Sinds 1 mei 2016 is de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) in werking getreden. Deze wet zorgt al bijna twee jaar voor veel reuring binnen het ondernemerslandschap. Door aanhoudende kritiek heeft de huidige regering in het regeerakkoord aangekondigd de Wet DBA te vervangen. Op 7 februari 2018 heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer geïnformeerd dat de Wet DBA tot in ieder geval 1 januari 2020 van toepassing blijft.
De 3 elementen van de arbeidsovereenkomst
Voor de beoordeling van de vraag of sprake is van een overeenkomst van opdracht ligt het antwoord besloten in de elementen van de arbeidsovereenkomst: er mag geen sprake zijn van een arbeidsovereenkomst.
Er is sprake van een arbeidsovereenkomst als aan de volgende drie elementen voldaan is:
– loon
– persoonlijke arbeid en
– gezagsverhouding.
De Belastingdienst is van mening dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst als een van deze drie elementen ontbreekt in een specifieke situatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.
Gezagsverhouding
Het element gezagsverhouding is vaak de ‘bottleneck’ bij de beoordeling door de Belastingdienst. De gezagsverhouding zorgt in de praktijk nog steeds voor veel verwarring en onzekerheid over het onderscheid tussen zelfstandig ondernemerschap en werknemerschap. Om die reden heeft minister Koolmees aangekondigd vóór 1 januari 2019, doch wellicht zelfs al voor het zomerreces, het criterium ‘gezagsverhouding’ te verduidelijken.
Wordt vervolgd…
Verdere opschorting handhaving
Zolang er nog geen nieuwe wet is die de Wet DBA zal vervangen wordt de handhaving van de wet DBA opnieuw opgeschort, te weten tot 1 januari 2020.
Nog steeds kom ik opdrachtgevers en opdrachtnemers tegen, die denken dat met opschorting van de handhaving wordt bedoeld het terzijde schuiven van de Wet DBA.
Niets is minder waar!
De Wet DBA is nog steeds onverminderd van kracht! Tot in ieder geval 1 januari 2020.
Met handhaving wordt bedoeld dat de Belastingdienst tot voornoemde datum geen naheffingen en boetes oplegt aan opdrachtgevers en/of opdrachtnemers.
Handhaving vindt wel plaats ten aanzien van kwaadwillenden.
Stil zitten? Werk aan de winkel!
Minister Wiebes heeft al meerdere keren opdrachtgevers en opdrachtnemers geadviseerd om actie te ondernemen en met elkaar rond de tafel te gaan zitten. Dit advies geldt nog steeds. Laat zien dat je de Wet DBA serieus neemt en maak schriftelijke afspraken met elkaar, leg die afspraken vast in een overeenkomst van opdracht met daarin expliciete uitsluiting van de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst. Treed eventueel in vooroverleg met de Belastingdienst. Daarmee voorkom je de schijn van kwaadwillendheid en eventuele risico’s op naheffingen en boetes. Maar denk daarnaast ook aan het voorkomen van een eventuele loondoorbetalingsverplichting bij ziekte van de opdrachtnemer of een ontslagvergoeding als blijkt dat toch sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Je kunt gebruikmaken van de model overeenkomsten van opdracht, die de Belastingdienst heeft gepubliceerd op haar website. Maar je kunt ook overwegen om een eigen model overeenkomst van opdracht te gebruiken, dat niet alleen aan de fiscale eisen maar ook aan de arbeidsrechtelijke eisen voldoet. Heb je daarbij hulp nodig? Dat kan. Ik zet graag mijn kennis en karakter daarvoor in.